Het was een receptie waarbij wegblijven teveel opviel, dus moest Alexander Roskov de gok wagen. Hij trok zijn linnen maatpak en bruine lakschoenen aan, en liep over het Museumplein. Even nam hij zijn hoed af voor de portier in de politiecabine, voordat hij de trap besteeg. Het bord op de muur was voor de gelegenheid glimmend gepoetst, maar toch kon hij een rilling niet onderdrukken. Het hol van de leeuw. Consulaat van de Verenigde Staten van Amerika.
Binnen stonden de consul en zijn vrouw keurig in gala, zoals elk jaar op de receptie van de vierde juli. Een ober in rokkostuum met een dienblad. De cocktails deden hem denken aan toen hij nog in New York woonde, in de tijd dat types als Harvey Weinstein en Strauss-Kahn de wereld nog regeerden. Als je daar op terugkeek, was het een soort wildwest geweest.
Vanuit een hoek bij de bar bekeek hij de vrouwen, de meeste vijftigers in te strakke jurken. Bereisde types, vol exotische wijsheid, maar ze deden hem niets. De scherpe kantjes gingen eraf, nu hij ouder werd.
Toen zag hij haar. Gitzwarte krullen dansten in haar beige hals. Blank met Afrikaans bloed. Haar zijden blouse streelde haar schouders. Haar zwarte kokerrok en hoge hakken bogen haar lichaam tot een elegante g-sleutel, terwijl haar lange vingers nonchalant met de voet van een leeg champagneglas speelden.
Oké, dit was gevaarlijk. Het beste was om zijn verontschuldigingen aan te bieden, naar buiten te stappen en weg te gaan. Maar dit was zo’n mooie vrouw. Een blik op haar gezicht, om te weten of het net zo puntgaaf was, om te zien hoe de lijn van haar oogkas liep, dan zou hij daarna weggaan.
Ze keek op, met helderwitte ogen, recht naar hem. Iets knetterde, een duizend jaar oude kracht. Hij pakte een Mint Julep van een dienblad en stapte op haar af. Ze nam hem op van zijn schoenen tot zijn handen. Hij bood haar het glas aan. Ze reikte hem het lege champagneglas. Vol voor leeg.
Hij boog licht. ‘The kindness of strangers,’ zei hij.
Ze glimlachte. ‘Hoe weet je dat ik uit het Zuiden kom?’
‘Niet.’ Hij had het citaat van Tennessee Williams gewoon toepasselijk gevonden.
‘De eerste keer dat ik A Streetcar Named Desire zag, kwam ik uit school,’ zei ze. ‘Het regende. Een aardige man achter de kassa liet me binnen. Ik denk omdat ik er zo zielig uitzag.’
‘Geen stuk voor een kind, toch?’
Ze slikte. ‘Mama had even geen plek voor me.’
‘Dan was je net zo alleen als Blanche DuBois in dat stuk.’
‘Een zwarte Blanche,’ zei ze. Ze staarde hem aan terwijl ze de cocktail aan haar mond zette. Haar lippen sloten zich om het kristalglas. Al die tijd bleef ze kijken. Hij voelde haar warmte stralen. Het was onmogelijk om aan haar te ontsnappen, als een vlinder gevangen in het kaarslicht.
‘Heb je Amsterdam al gezien?’
Een twinkeling in haar ogen. ‘Het is gevaarlijk, zeggen ze.’
‘Geloof je dat?’
Ze haalde haar schouders op.
‘Kom mee,’ zei hij. ‘Ik laat je het Vondelpark zien.’
Hij bracht haar naar het park, naar die gekke Amsterdammers die dansten en dronken en hun kinderen in bomen lieten klimmen zonder veiligheidstuigjes. Daarna aten ze wat in een Frans restaurant in Oud-Zuid, dronken twee flessen wijn leeg en zochten een hotel op. Soms was het leven heerlijk.
Ashley richtte zich op. Buiten was het nog donker. Alexander sliep naast haar, zijn gespierde arm boven de lakens. Ze stapte uit bed, raapte haar beha op. Geen tijd om te douchen. Ze zette haar nagels in haar handpalmen om zichzelf te straffen. Meegaan met vreemdelingen werd niet gewaardeerd op het consulaat. En God wist hoe hard ze had moeten werken om deze baan te krijgen. Maar toch, het was heerlijk geweest met Alexander. Hij had een leeg vakje in haar ziel had ingekleurd, iets dat de spanning nodig had van het dwalen door donkere straten, vol met drugs en prostituees, met een onbekende aan haar zij.
Ze pakte haar handtas. Alles zat er nog op dezelfde manier in, wat wilde zeggen dat Alexander er niet in gerommeld had. Een trucje van Langley. Zijn glas stond nog op het nachtkastje. Samen hadden ze Kentucky Rye bourbon aan de hotelbar gedronken, terwijl ze giechelend het Star Spangled Banner hadden geneuried tot ze hem had gevraagd om haar op bed te tillen. Ze glimlachte.
Er zat nog wat speeksel aan de rand. Ze kon dan tenminste één ding volgens de regels doen. Voorzichtig sloop ze langs hem en smeerde een standaardstrip langs zijn glas. De tientallen vakjes verkleurden. Geel, roze, blauw. Even wachtte ze, de dertig seconden detectietijd aftellend. Ze knipperde met haar ogen. Het diepe indigo in het vakje rechtsonder werd steeds intenser. Positief. Ze werd ijskoud. Ze streek een tweede strip aan de andere kant van het glas. Dezelfde kleur. Er was geen twijfel. En rilling liep over haar rug. Deze Alexander was een drager van het meest zeldzame en meest beruchte gen dat er was: uty.c133a.
Ze verstijfde. Haar eerste drang was om te vluchten, de kamer uit te rennen, te gillen. Maar ze vermande zichzelf. Hij sliep. Er was tijd. Zo kalm mogelijk sloop ze naar de badkamer met haar handtas. De instructies waren duidelijk. Met trillende vingers trok ze uit de voering van haar tas een minitaser, ter grootte van een zakmes, een effectief verdovingswapen. Ze drukte de knop in om hem te testen. Het speet haar voor Alexander. Hij had beter naar een arts kunnen gaan om zich te laten behandelen, maar voor anti-genvaxxers kende de wet geen genade.
Ze opende de deur van de badkamer en keek naar het bed. De lakens lagen nog op een hoop, maar anders. Ze stapte naar voren. Iets trok aan haar polsen. Ze verloor haar evenwicht en landde met haar gezicht op het tapijt bij de ingang. Ze klemde haar taser zo stevig vast als ze kon. Nooit je wapen verliezen. Ze wilde zich omdraaien, maar handen pinden haar schouders vast, een knie landde op haar rug. Ze zette zich af, uit alle macht, maar het lukte niet. Je opleiding, wat heb je geleerd? Ze maakte zich klein en rolde om. Haar belager was even uit balans. Ze haalde uit met haar vuist. Hij torende boven haar uit, naakt, met zijn benen wijd. Een verbeten grijns. Alexander.
Ze balde een vuist om haar taser. Hij vouwde haar pols om, drukte haar hand naar beneden. Pijn schoot door haar arm. Ze schopte, rolde, gilde. Hij drukte haar duim hard tegen de taser. Het lichtje brandde op. Ze probeerde tussen zijn benen te schoppen, zijn solar plexus te bereiken, maar ze kreeg geen grip.
Hulp, ze had hulp nodig. De eerste regel, zorg voor back-up. Ze schreeuwde. Een ijselijke gil door het hele gebouw. Het metalen contactpunt kwam gestaag dichterbij. Ze raakte zijn gezicht, maar hij ging niet weg. Ze kon niet weg. Het metaal drukte in haar hals, op totaal de verkeerde plek, maar het effect zou er niet minder op zijn. Ze verwachtte een schok, maar voelde niets.
Alexander voelde haar lichaam verslappen en walgde ervan. Ze had zo’n zalig, zacht lijf, maar zonder leven was het vies, onnatuurlijk. Als een dode eend in de gracht. Verschrikkelijk om juist haar dit aan te doen. Hij legde haar op bed, voorzichtig, bekeek nog even haar huid, met die subtiele kleur van latte, haar stevige borsten strak in haar beha van witte kant.
Hij wist niet veel van wapens, maar zo’n krachtige taser kon je zelfs in VS niet zomaar kopen. Hij opende haar linkerooglid, hield haar telefoon ervoor. Het ding ontsloot. Contacten, berichten. Een junior juriste op haar eerste reis naar het buitenland. Maar haar toegang tot het consulaat had het hoogste veiligheidsniveau. Ongetwijfeld een inlichtingendienst. Hij klikte op de uitslag van een sequentieanalyse; haar DNA werd blijkbaar continu geanalyseerd. Ze moest wel bij de unit horen die zorgde dat Amerikanen in het buitenland zich niet onttrokken aan de genvaccinatiewetten. CIA Eugenics. Het paste in het beeld dat ze tegenwoordig veel jonge vrouwen rekruteerden. Hij gooide haar telefoon en de handtas in een prullenmand, het wapen ook. Daarna trok hij zijn kleren aan en haastte zich de trap af naar de lobby.
Bij de receptie stond een aantal politieagenten. Dat was snel. Vrouwengegil in hotelkamers had blijkbaar hoge prioriteit. Hij vertraagde zijn pas tot nonchalant, knikte vriendelijk naar hen, sloeg de hoek om, en daarna nog twee, tot hij zich in de wirwar van de Warmoesstraat bevond. De hele hoerenbuurt was officieel anoniem gebied; voorlopig was hij daar veilig.
Slenterend dacht hij na. Een Eugenics-agente met een ontwapenende Whitney Houston-lach. Hij was erin getuind, als een puber. Maar wat voor reden had zij gehad om hem aan te vallen? Natuurlijk droeg hij uty.c133a, maar niemand wist dat. Hij was verhuisd voordat het verplichte profileren begon. En hier in Amsterdam was hij nooit in aanraking met de politie geweest. Sterker nog, hij had nooit iemand zelfs maar een onbehoorlijk voorstel gedaan. Hij was de braafste man van de stad. De hele wereld werd gek, helemaal gek. Gelukkig was hij wakker geworden toen ze zijn glas had opgetild.
Hij liep naar een café op het Oudekerksplein. Terwijl hij wachtte op zijn koffie, zocht hij van de stamtafel de kranten uit, om zijn hoofd wat rustiger te krijgen. Het ouderwetse papier was pure luxe voor hem. Eén bericht trok zijn aandacht.
Verkrachtersgen verder aan banden gelegd. De overheid van Burundi heeft besloten, als een van de laatste landen ter wereld, het gen uty.c133a toe te voegen aan de postnatale CRISPR cocktail en het vanaf volgend jaar zo al bij de geboorte te verwijderen. ‘Vanaf vandaag is Burundi veiliger,’ vertelt Makwata Matana, minister van volksgezondheid. Burundi herbergt een behoorlijk aantal van de overgebleven uty.c133a-dragers. De Amerikaanse overheid steunt Burundi met een subsidieprogramma.
Geërgerd sloeg hij krant dicht. Verhalen over genen die je tot slecht mens maakten waren er al sinds de ontdekking van DNA, het verschil was dat er een technologie was opgedoken die genen ook daadwerkelijk kon uitschakelen. CRISPR. Eerst waren er ziektes uitgeroeid: taaislijm, sikkelcelanemie, helemaal prima. Maar het mandaat was inmiddels ver opgerekt. De variant uty.c133a was ooit ontdekt als een gen dat verband hield met seksuele veroveringsdrang in muizen. Het lag op het Y-chromosoom van tachtig procent van alle seksuele predatoren. Sinds het in de CRISPR cocktail zat, was in de VS het aantal verkrachtingen − door vreemden van het slachtoffer, dat wel − gedaald met zestig procent. Spectaculair, dat moest ook hij toegeven. Maar er stond tegenover dat negentig procent van de dragers nooit iets verkeerds deed. Het maakte allemaal niet uit: de logica van het plebs dicteerde dat als je dat gen had, je vanzelfsprekend een lustmoordenaar was. En dus was de jacht geopend op Amerikaanse burgers die zich weigerden te laten behandelen.
De koffie kwam. Het was een kwestie van tijd voordat Ashley hem opnieuw zou vinden. Tenzij hij verdween, onderdook; hij wist niet eens hoe het zou moeten. Naar Amsterdam verhuizen op een toeristenvisum was al moeilijk genoeg geweest. Hij sloeg de espresso achterover. Hij kon zich ook vrijwillig laten behandelen. Pijnloos, maar het was fout.
Hij zette zijn kopje hard neer. Wat vergeten werd, was dat tachtig procent van de dragers nooit iets verkeerd deed. En wat voor geluk het gen kon brengen. Dragers van uty.c133a hadden een scherpere reuk, een beter vermogen om gezichten te herkennen. Dat was allemaal bewezen. Hij wist zeker dat hij alles intenser beleefde dan de zombies hier om hem heen. De koffie, de zon, de geur van de stad. De glans van de zon op een blonde krul bij een oor. Het profiel van een vrouw die haar pumps uittrekt, zo met haar been naar opzij. Zijn maag tuimelde ervan ondersteboven. Iedere keer weer.
Hij keek op. Hij zag nu pas dat het terras gedeeltelijk buiten het geanonimiseerde terrein lag. Zijn eigen gezicht weerspiegelde in de lens van een camera die aan de Oude Kerk hing. Damn.
Ashley Johnson pakte haar handtas stevig vast, terwijl ze de agenten uit haar hotelkamer liet.
‘We verwachten u dan op het bureau om aangifte te doen.’
‘Als me iets te binnen schiet, bel ik meteen.’ Ze sloot de deur. Protocol. De Nederlandse politie had hier verder niets mee te maken. Helaas ondersteunde Nederland niet de missie om seksueel geweld uit te roeien door wereldwijde vaccinatie. Terwijl ze haar make-up herstelde, vroeg ze zich af hoe ze deze afgang het best aan haar baas kon brengen. Haar excuses zouden vast geaccepteerd worden; Amsterdam, vier juli, voor het eerst alleen in het buitenland, maar haar reputatie zou beschadigd blijven.
Heel voorzichtig trok ze haar ooglid naar beneden om een fijn lijntje mascara aan te brengen. De buurt van haar jeugd was vergeven geweest van jongens en crack cocaïne, maar ze had er nooit naar omgezien. Het was juist spannend geweest om zich aan die wereld te onttrekken. En toch, nu ze iets bereikt had waar haar oma trots op kon zijn, was het ineens doodsaai. Alexander was ook keurig geweest, maar wel spannend. Anders dan alle andere mannen. Een vreemdeling, de tegenpool van alle kerels die haar moeder ontvangen had. En ze wilde niet zoals zij worden; murw geslagen in een hoek, met een paar tientjes op haar buik uitgestrooid. Voor haar moeder waren de verplichte vaccinaties te laat gekomen.
Ze knipperde. Dit werkte niet als je oog rustig moest blijven. Ze veegde haar oog schoon en begon opnieuw. Alexander was anders. Hij kende Streetcar. Hij wist hoe ze zich voelde en wat ze nodig had. Ze kon zich niet herinneren dat ze ooit zo’n fantastische avond had gehad.
Ze was klaar en keek op haar telefoon. Een paar verontruste appjes van het consulaat. Een officieel bericht. Die laatste klikte ze open. Haar DNA was door de overheid opnieuw geanalyseerd en vrijgegeven. Haar oog viel op een bepaalde mutatie, otc.a18t, die onlangs in het nieuws was geweest; daarom had de analyse plaatsgevonden. Het bleek dat ze de mutatie had.
otc.a18t. Variant in het enzym ornithine carbamoyltransferase. X-chromosomaal. Erft in de vrouwelijke lijn. Geclassificeerd als Romeo Green.
Ze klikte de boodschap weg. Romeo Green betekende dat de mutatie in het gen vooralsnog onschuldig werd bevonden. Het belangrijkste nu was zorgen dat haar misstap werd vergeven, dat ze buiten elke verdenking bleef. Ze opende de pagina van de besloten zoekmachine van de gemeenschappelijke inlichtingendiensten, die een grappenmaker Google’s Brother had genoemd. Ze voerde wat termen in. Amerikaan, Amsterdam, Alexander, whisky. Tennessee Williams. New York, Manhattan cocktail. Vier stipjes op de kaart van Amsterdam. Het tweede was raak. Beelden van een veiligheidscamera op een locatie die de Oude Kerk heette. Hij was het.
Snel pakte ze haar telefoon en tikte het nummer van de ambassade in. Toen er niet meteen werd opgenomen, sloot ze echter weer af. Ze zouden een ontvoeringsteam sturen, Alexander vastbinden bij de handen die haar gestreeld hadden. En wat had hij eigenlijk gedaan, behalve haar een leuke avond bezorgd? Haar grootmoeder zou zoiets niet goedkeuren. Met haar vinger zou ze iets in de bijbel aanwijzen om haar mening te ondersteunen. Ze keek nog eens naar het beeld. Hij zag er onschuldig genoeg uit.
Alexander had gehaast de rekening gevraagd. Hij moest hier weg, een beetje gezichtsherkenning zou hem er zo uitpikken. De vraag was of de Amerikanen er zomaar toegang toe hadden. Maar de vraag was ook of de Nederlanders een potentiële lustmoordenaar zouden beschermen. Hij schoof zijn stoel naar achteren, terwijl de ober aan kwam lopen met de rekening. Iets trof hem, waardoor hij de straat inkeek.
Ashley stond een tiental meters van hem vandaan. Ze had zich goed verborgen gehouden tussen de toeristen, maar de zon viel op het silhouet van haar hals en de aanzet van haar borsten. Haar huid gloeide op. Haar roze vingernagels hielden haar telefoon vast, die haar zei hoe ze moest lopen. De enige dame in een zee van toeristen. Nog voor hij kon reageren, glimlachte ze al naar hem.
Even overwoog hij weg te lopen, maar hij had nog niet betaald.
Ze kwam bij hem aan tafel zitten. Haar gladde, bruine benen vouwde ze over elkaar.
‘Waar zijn de anderen?’ vroeg hij.
‘Ik ben alleen.’
‘Het spijt me van de taser,’ zei hij.
Even reikte haar hand onder de kraag van haar blouse. ‘Dat wordt een litteken.’
Hij lachte. ‘Gewond op een missie. Je hebt een medaille verdiend.’
Haar parelwitte tanden verschenen tussen haar lippen.
‘Hoe heb je me gevonden?’ vroeg hij.
‘Dat is geheim, maar het was niet moeilijk.’
Hij wenkte de ober en bestelde een latte; hij had onthouden dat ze die dronk. Haar ogen blonken van waardering om het gebaar van genegenheid. ‘Ik zou het waarderen als je niet met me zou spelen.’
‘De instructies voor uty.c133a-dragers zijn helder. Door die taser is de Nederlandse politie erbij betrokken geraakt en dat maakt het voor mijn baas extra lastig. Luister, het beste is dat je jezelf aangeeft en dan weet ik zeker dat je een goede deal krijgt. Beter dan wanneer Eugenics je vindt.’
‘Ik laat me nooit behandelen.’
‘Voel je je dan niet verantwoordelijk?’ Ze legde haar hand op de tafel. ‘Misschien heb jij het onder controle, maar hoe zit dat straks met je zoon of kleinzoon? Hoe kun je ermee leven dat je ooit een verkrachter zult voortbrengen? Waarom laat je het niet gewoon weghalen? Het is pijnloos. Je merkt er niets van.’
Dat was de grootst mogelijke onzin. Iedereen praatte elkaar maar na. Hij had genoeg verhalen gehoord van mannen die het hadden laten weghalen, en naast hun vrouw wakker werden en walgden van het wezen naast hen. ‘Ze hebben alle grote parfummakers moeten behandelen. Dat is geen toeval.’
‘Dat is statistisch niet onderbouwd.’
‘Het gen is er niet voor niets.’
Ze lachte. ‘Omdat God het je gegeven heeft, mogen we er niets aan doen?’ Ze keek in zijn ogen, dezelfde grote kijkers als waar hij gisteren in verdronken was. ‘Het stelt echt niets voor. En daarna ben je vrij.’
Haar telefoon trilde en ze nam op. Hij keek mee op het scherm en zag dat de oproep van het consulaat kwam. Hij stond op en liep weg.
Ashley nam de telefoon op. Het was haar baas. ‘Meid, ik kreeg bericht van de Nederlandse politie.’ Ze haatte het als hij haar meid noemde. ‘Ze hebben van alles gesequensed en volgens hen was er een Amerikaan met uty.c133a in diezelfde kamer. Wat is er aan de hand? Was het die Alexander Roskov?’
‘Yup.’ Terwijl ze antwoordde verdween hij uit haar bereik. Ze moest erachteraan.
‘Blijf daar zitten, Ashley. We sturen iemand. Je mag blij zijn dat je nog leeft.’
Ik heb nog nooit zo veel geleefd, dacht ze.
‘Ik had je eerlijk gezegd wel iets voorzichtiger verwacht.’
Ze duwde haar telefoon tegen haar lippen. ‘Ik had niet verwacht dat zo’n man in het consulaat uitgenodigd zou worden.’
‘We dachten dat hij hier was voor zijn werk,’ klonk het aarzelend. ‘Hij is een vooraanstaande professor in de genetica.’
‘Luister ik moet gaan,’ brak ze het gesprek af. ‘Ik dien vanavond een rapport in.’ Even stopte ze. Om hem tevreden te stellen, moest ze iets kwetsbaars zeggen. ‘Sorry. Ik ben gewoon nog geschrokken.’
‘Ja, dat begrijp ik.’
In de verte zag ze Alexander de hoek om gaan. In het gedrang van de toeristen en de nauwe straatjes zou ze hem nooit meer te pakken krijgen.
‘Weet je waar hij nu is?’ vroeg haar baas.
‘Nee,’ mompelde ze, starend naar de hoek waar hij was verdwenen. ‘Nee dat weet ik niet.’
Zijn stem werd lager. ‘Heb je met hem geslapen?’
‘Daar hoef ik geen antwoord op te geven.’
‘Wist je dat hij uty.c133a was?’
‘Nee. Zijn gedrag past helemaal niet bij zijn type.’
‘Het is allemaal erg onverstandig van je.’
Ze hing op. Het Nederlandse woord voor bully wist ze niet eens. Het beeld van de Alexander gisteravond bleef in haar hoofd spelen, met zijn maatpak en zijn praatje over a Streetcar. Meer man dan alle andere bij elkaar.
Op de hoek bij de kerk zag ze een man met wegwerptelefoons. Zastava’s. Servische makelij. Anonimiteit gegarandeerd. Leuk voor de toeristen die hier een spannende tijd wilden hebben, zonder gedoe thuis. En voor het tuig van deze aarde. Ze kocht een telefoon en liep gelijk terug naar het terras. Met een beetje geluk was haar aankoop onopgemerkt gebleven. Ze toetste het nummer van Alexander.
Antwoord me hierop, typte ze, vurig hopend dat hij iets zou laten horen.
Gelijk kreeg ze antwoord. Ashley?
We hadden nog geen afscheid genomen.
Vaarwel
Even hingen haar vingers boven het toetsenbord. Daarna typte ze haar bericht. Ik wil je graag nog een keer zien.
Het bleef stil aan de andere kant.
Er is een reden waarom je niet bang voor me bent, wist je dat?
Omdat ik je aardig vind?
Ik zag op je telefoon dat ze een otc.a18t variant bij je gevonden hebben.
Ze werd warm. Je hoort niet in andermans telefoon te snuffelen.
Of onenightstands met tasers te bedreigen.
Hij stuurde een bericht door. Een wetenschappelijk artikel.
Het gen otc.a18t. Wetenschappers van Harvard hebben aangetoond dat koolmeesvrouwtjes met deze mutatie zich verder wagen van hun nesten en vaker paren met andere partners. Komt disproportioneel voor bij sekswerkers en vrouwen met meer dan vijf sexpartners in hun leven. Door de media al snel betiteld als overspel-gen, maar daarvoor ontbreekt bewijs. Biologen denken dat otc.a18t inteelt voorkomt door relaties te bevorderen met vreemden van buiten de gemeenschap. Radicale christelijke partijen ijveren voor het toevoegen van otc.a18t aan de CRISPR cocktail maar daarvoor is weinig steun.
Ze kneep in haar telefoon. Het stuk voelde alsof ze werd uitgescholden voor hoer. Maar dit was wetenschap, het klopte. De beschrijving van het gen was ongeveer het leven van haar moeder. Maar dat betekende niet dat zij ook zo moest zijn. Ze was volwassen, nog niet getrouwd. Iedereen liet zich weleens verleiden. Haar oma was een flirt geweest en haar opa had het prima gevonden. Heel hun leven waren ze bij elkaar geweest. Zo kon het ook zijn. Zo moest het zijn. De Heer zou haar steunen.
Ik ben sterker dan dat gen.
Dat hebben we dan gemeen.
Ze vloekte binnensmonds. Hij was de enige man die haar zo makkelijk van haar stuk bracht.
Café Americain, aan het Leidseplein. Vanavond, schreef hij.
Even aarzelde ze. Oké.
Ze sloot af. Over het antwoord had ze getwijfeld. Wat zou hij denken van haar?
Alexander sloot zijn telefoon af van het netwerk. Hij moest wegwezen, voor het geval Ashley hem in de val wilde lokken. Hij liep in normale pas door de straten. De vrouwen lonkten naar hem. Afrikaans, Aziatisch, Hollands. Dik, oud, triest, maar toch allemaal op hun manier aantrekkelijk. Al die exotische geuren en kleuren staken naalden in zijn brein.
De telefoon die ze gebruikte. Was het een val of wilde ze ontsnappen aan het netwerk van de Unit? Had ze het stukje over otc.a18t écht begrepen? Ze was geen geneticus, maar slim genoeg. Kon hij niet beter vluchten? Hij had vrienden in Christiana in Kopenhagen, wat nog steeds een vrijplaats was. Als hij er kon komen. Het cynische was, dat Ashley waarschijnlijk het beste wist wat hij moest kiezen.
Hij keek op een klok. Nog een paar uur te doden voordat hij bij het Café Americain moest zijn. Hij liep naar het Leidseplein, een van zijn favoriete plekken om naar vrouwen te kijken, terwijl ze op het terras hun aankopen aan elkaar lieten zien, hun mannen bespraken en rosé dronken. Als een scène van Manet.
Ashley besefte dat ze, sinds ze naar het feest was geweest, al meerdere domme dingen had gedaan. Het eerste en meest aangename was met Alexander meegaan. Het tweede was hem in haar eentje op het plein opzoeken. Het derde was die telefoon kopen. Ze had hem nog maar net weggegooid, toen een tweetal mannen haar kwamen ophalen. Brede schouders, strakke jasjes. Mensen die in de pas liepen, bang voor alles wat vreemd was. Ze liep met hen terug. Daar werd ze gedebrieft door de consul en haar baas.
‘Heb je nog contact gehad met hem?’
Ze schudde haar hoofd. Stom. Een stomme leugen. Als ze goed waren, hadden ze dit in tien minuten uitgevogeld.
‘Maakt niet uit,’ zei de consul. ‘We weten waar hij is.’
Haar baas staarde haar aan en ze voelde dat ze ging blozen. Ze was blij was dat ze niet blank was. ‘Hoe hebben jullie …’ Ze herstelde zich. ‘Hoe hebben wé hem ontdekt?’
‘Hij heeft contact gehad met een Zastava-telefoon.’
Ze hield op met vragen. Onbekende netwerken waren terroristische netwerken. Dus was hij schuldig. Alexander had geen schijn van kans tegen deze lui. Het raakte haar, dat hij zo alleen stond. Opgejaagd wild. En hij had niets gedaan, behalve haar aan het Zuiden herinnerd. Maar dit was geen moment om daar iets over te zeggen. Ze was blij dat ze de telefoon had weggegooid. ‘Wat verwachten jullie van mij?’
‘We zitten in een moeilijk parket,’ mompelde haar baas. ‘We mogen hem van Washington niet laten gaan. We kunnen hem ook niet arresteren op Nederlands grondgebied.’ Hij keek haar aan, ‘Het ligt allemaal gevoelig nu de Nederlandse politie hem als drager heeft geïdentificeerd.’
De consul knikte. Hij was een zachtaardige man, maar ze kon merken dat hij zenuwachtig was om de hele situatie. ‘Holland is een wespennest als het gaat om genvaccinaties.’
‘Laten we hem ophalen en over een uur zit hij op het vliegtuig naar Washington.’ Haar baas zwaaide met zijn dikke armen.
Ze huiverde. Als hij geen goede advocaat regelde, zouden ze hem jaren in een of ander gesticht voor verkrachters stoppen. Hij zou zijn geliefde uty.c133a verliezen en ook nog zijn ziel. Ze keek de mannen aan. Even keken zij elkaar aan. Een old boys’ blik. Het was duidelijk dat ze meer wisten dan ze met haar deelden. Een onenightstand had een einde aan haar carrière gemaakt. Ze besloot een gok te wagen.
‘Ik denk dat ik hem kan overtuigen om vrijwillig de cocktail te nemen.’
‘Je had toch geen contact meer?’
‘Ik kan hem bereiken. Maar ik heb iets ongebruikelijks nodig.’
Haar baas wilde al weigeren, maar de consul kwam tussenbeide. ‘Ik weet zeker dat het geregeld kan worden.’
Ashley’s handen trilden toen ze het terras van het Café Americain betrad. Het gebouw was schitterend, art nouveau heette die stijl, dacht ze. Precies iets voor Alexander om dit te kiezen. Het zweet parelde langs de draden waarmee ze uitgerust was onder haar zwarte mantelpak. Ze scande het terras en zag Alexander meteen, glimlachend in een linnen maatpak Haar buik draaide zich om.
‘Ben je alleen?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Word ik zo hard gezocht?’
‘Yep.’
‘Dankjewel.’
Bedankte hij haar echt of was het cynisme? ‘Het spijt me.’
Hij wenkte een ober, die meteen een fles champagne bracht en twee glazen inschonk. Hij gaf haar een glas en tikte het zijne tegen het hare.
Ze hief haar glas naar hem. ‘Op ons.’
‘Geloof je in dat artikel dat ik stuurde?’ vroeg hij.
‘Het klopt gewoon,’ zei ze. ‘Ik bleef vroeger altijd tot ver na het donker buiten hangen, terwijl mijn vriendinnen al lang naar binnen waren. Ik was nooit bang. Ik vond alles spannend. Mijn oma had haar handen vol aan mij, met mijn moeder als schrikbeeld.’
‘En denk je dat het toeval is dat wij hier zitten?’
‘Hoe bedoel je?’
‘We schakelen al die genen uit, maar er is nog zoveel onbekend over hun functie. Stel je voor zo’n dorp, waar iedereen met elkaar trouwt, al generaties lang. Dat is ten dode opgeschreven, tenzij er af en toe verse genen bijkomen. Bijvoorbeeld als er af een toe een vreemdeling voorbij komt dwalen, op zoek naar vrouwen die niet bang zijn om hem stiekem te ontmoeten in het bos. Zulke dorpen overleven beter. Als dat maar lang genoeg duurt, ontstaan er vanzelf genen voor.’
‘Co-evolutie,’ zei ze. ‘Zodat vreemdelingen elkaar ontmoeten.’
Hij knikte. ‘We zijn voor elkaar gemaakt, Ashley.’
Ze nam een slok. Dat vond ze een hele romantische gedachte.
‘Onze wereld verschilt niet zoveel dan die van vroeger, Ashley. De meeste mensen houden nog steeds niet van vreemdelingen. Maar het verschil is dat we gentherapie hebben. Als uty.c133a uitgeroeid wordt, dan zal otc.a18t daarna vanzelf uitsterven.’
Haar armen verstijfden. Ze liet zichzelf geen schuldgevoel aanpraten. ‘Het verschil is alleen dat ik mijn gen háát. Het heeft me mijn moeder gekost. Het heeft me mijn carrière gekost.’
‘Het hoort bij je.’
‘Vrouwen als ik eindigen als Blanche DuBois. Verkracht, voor gek verklaard.’
Hij haalde diep adem en zakte terug in zijn stoel. ‘Wat voor keuzes heb ik?’
‘Je kunt vrijwillig een behandeling nemen. Dat kan hier zelfs, het is maar één injectie. Of ze nemen je mee vanavond naar de VS.’ Ze schreef een paar letters op een servet. Of je kunt de trein nemen naar Christiana, vanavond. 23.09, perron 8. Je beste kans.
‘Haal ik dat?’
Nee, schreef ze. Ze zijn te erg op je gebrand.
‘Wat dan?’ zuchtte hij.
Ze greep in haar handtas en haalde twee injectienaalden tevoorschijn. Ze trok de beschermkapjes ervan af en drukte de ampullen aan. US government property. CIA Eugenics CRISPR labs, adenoviral delivery, stond erop. ‘Vaccinaties tegen onze beide genen.’
‘Het jouwe is niet verboden.’
Ze pakte de injectienaald waarop otc.a18t stond en hield hem tegen het licht.
‘Niet doen. Je zult angstig worden,’ zei hij. ‘Bang voor het donker. Bang om alleen te zijn. Bang voor mij.’
‘Maakt me niets uit.’ Ze zette de naald in haar bovenarmspier. Door de pijn schoot het water in haar ogen. Ze drukte de spuit leeg terwijl ze Alexander aankeek en haar tranen liet lopen. De komende dagen zou het zich over haar cellen verspreiden. Na een week zou otc.a18t uit haar lijf verdwenen zijn. Geen one-night-stands meer. Geen Alexanders meer die haar meevoerden in de nacht. Een normaal leven.
‘Dus dit is een afscheid?’ vroeg hij.
‘Nee.’ Ze schoof de andere injectienaald over de tafel naar voren. ‘Ik wil dat je voor me kiest, ook zonder die verdomde genen. Neem het. Trouw me, laat me de wereld zien. Als twee gewone mensen.’
Alexander staarde naar de naald die uit Ashley’s arm gekomen was. Die kleine schaduw onder haar volle lippen, de welvingen bij haar kraag, de aanzet van haar borsten. Zij was de meest speciale vrouw die hij in jaren had gezien, misschien wel heel zijn leven. Alsof hij zojuist een eenhoorn had zien sterven. Ook otc.a18t was een zeldzaam gen.
‘Over een minuut zijn ze er,’ fluisterde ze. ‘Ze nemen het risico gewoon.’
‘Ik ben geen verkrachter.’
‘Dat weet ik toch.’
‘Je vindt het niet erg om in een appartement te wonen en verzekeringen af te sluiten?’
Ze schudde haar hoofd.
Hij pakte de injectiespuit en sloeg hem in zijn bovenarm. De pijn verbijtend drukte hij de naald leeg. Het leven zou minder worden, veel minder; alsof hij alles door een beslagen glas zou zien. Maar er was geen ruimte voor Ashley en hem zoals ze waren. Hij hoopte zich alleen af en toe te herinneren hoe intens de wereld als vreemdeling was geweest.