Grootadmiraal Isabelle d’Uberville y Gascoigne keerde als een paria terug na de Slag om Fomalhaut. Als enige de vernietiging van je vlaggenschip overleven, dat word je door de legerleiding niet in dank afgenomen. Dat ze bovendien ontkende de enige overlevende te zijn, hielp haar zaak ook niet. Met oneervol ontslag kwam ze er nog genadig vanaf was de consensus. Helaas bezat de hoge adel volledige immuniteit en konden ze niet door de Krijgsraad berecht worden, terwijl de doodstraf al helemaal onmogelijk was.
De luchttaxi zette haar af op het gazon van het winterpaleis van haar familie. Ze droeg haar uniform nog hoewel de medailles uiteraard verwijderd waren. Haar uniform uittrekken zou een kwestie van dagen zijn: zoveel hightech was intussen met haar zenuwbanen en spieren geïntegreerd dat het abrupt afsluiten van al die systemen haar dood zou betekenen en de legerleiding wilde haar zo snel mogelijk kwijt.
Isabella snoof de geur van bloeiende mimosa genietend op en drones zoemden slaperig gonzend om de zonnebloemen. Hoog boven haar hoofd welfde de metalen hemel van de ruimtestad Novyy Novgorod zich over haar heen.
De butler snelde op haar af, een en al bezorgde gedienstigheid. ‘Zal ik uw bagage overnemen, vrouwe?’
Isabella hief de gepantserde 238 Exabyte geheugenschijf op. Blauwe en purperen hologrammen dansten als wapperend noorderlicht om het instrument heen.
‘Dit is het enige dat ik bij mij heb. Een dierbaar souvenir en ik draag het liever zelf. Het is nogal delicaat.’
Wat een aperte leugen was. De back-up schijf was het meest solide onderdeel van het hele vlaggenschip geweest. Zelfs de directe inslag van een neutronengranaat kon het omhulsel niet deuken.
‘Misschien is het nu tijd dat je die onzin opgeeft?’ sprak haar moeder de gravin tijdens het diner. ‘En de juiste partner zoekt? Planeten opblazen en ruimtepiraten achtervolgen is toch niets voor een hooggeboren dame? Een die de huwbare leeftijd al geruime tijd bereikt heeft?’
‘Vrees niet,’ zei haar dochter. ‘Ik ben niet tot een oude vrijster aan het verstoffen. In seksueel opzicht kom ik niets te kort. Mag ik vragen welke inteeltneef of excentrieke oudoom u in gedachten had, moeder?’
Sinds haar dertiende leefden de gravin en Isabella op voet van oorlog, een situatie waar beiden stiekem van genoten.
‘Ik zei partner. Dat hoeft geen neef te zijn. Mits van de juiste komaf is een vrouw of anderszins ook prima. We leven niet langer in de eenentwintigste eeuw. Trouwens, inteelt is onzin. Ik zou erop staan dat elke nieuw lid van onze clan genetisch volkomen schoongeveegd wordt.’
‘Ik hou u op de hoogte. In feite heb ik al een paar kandidaten in gedachten.’
Driehonderdeenennegentig om precies te zijn. Maar dat kan ik beter met enig beleid brengen. Niet op de avond dat de oudste dochter met schande overladen thuiskomt.
‘De Ifdrumal waren geen ruimtepiraten en ik blies geen planeten op. Helaas, zou ik bijna zeggen, omdat zij dat wel deden. Onze kolonie op Ludmilla.’
De gravin snoof. ‘Ik hou mij niet bezig met zulke onkiese zaken als oorlogspolitiek. Daar hebben we de rauwdouwers van de Militaire Tak voor. Wij Gascoignes regeren en stippelen de politiek uit.’ Ze knikte. ‘Zolang ik mij maar niet weer gedwongen zie mij te klonen. Dat was de laatste keer geen succes.’
Op haar slaapkamer draaide Isabella de privacyschermen zo hoog op dat zelfs het verplichte Regeringskanaal tot een fluistering wegzakte.
Haar oude troetel op de vensterbank opende zijn ogen. De thoriumbatterij van de AI was nog goed voor zeker tien generaties d’Uberville y Gascoignes en hij had om te beginnen aan Isabella’s overgrootmoeder toebehoord.
‘Welkom thuis, Isabella. Waarom heb je een militaire exabyteopslag bij je? Zo ver ik weet is het bezit van zo’n opslag streng verboden voor burgers.’
‘Toen ik hem in mijn zak stak, was ik niet bepaald een burger.’ Ze tikte haar admiraalshoed aan die zich in een fractie van een seconde tot een gepantserde ruimtehelm kon transformeren. ‘Grootadmiraal Isabella d’Uberville y Gascoigne, om u te dienen, heldin van de Zesde Politionele actie en het Beleg van Procyon 6A.’
‘Eerdere roem biedt geen garantie voor toekomstige eer,’ zei de wasbeertroetel.
‘Kan ik op je discretie rekenen?’ vroeg Isabella.
‘Ik ben nog steeds jouw troetel. Bij afwezigheid van een zoon of dochter.’ Hij likte over het puntje van zijn neus. ‘Het gaat over die hoogst illegale opslag neem ik aan?’
‘Ik geef je de herinnering.’
Een knip met haar vingers en ze was terug in de buitenste puinring om Fomalhaut.
De planeet Ludmilla, Fomalhaut B, scheen vele malen helderder dan haar eigen zon. Dat is een voorspelbaar effect van een novabom.
De asteroïdengordel was net zomin zichtbaar als op Aarde, maar de lichtversterking toonde de grootste ruimtebergen en kometen als gele stippen. Isabella’s vlaggenschip vormde de speerpunt van de vloot, bewapend met lasers en antimaterie-torpedo’s en maar al te bereid de vermoorde kolonisten te wreken.
Een sirene begon te snerpen en Isabella begreep meteen waarom. De complete binnenste gordel lichtte op met stekend blauwe punten Cherenkovlicht: de signatuur van zo’n tienduizend opstartende sneller-dan-licht aandrijvingen. Een immense lawine van asteroïden convergeerde op de aardse vloot en elk bewoog zich zestienmaal zo snel als het licht.
Ze had hoogstens minuten voor de hele vloot in fusieheet gas zou veranderen. Met deze snelheden kon zelfs een zandkorrel het vlaggenschip vernietigen. Wegvluchten was evenmin een optie: het kostte zeker een half uur om de SDL aandrijvingen van een slagschip op te starten.
Wat niet gold voor een reddingsboot.
Ze graaide de zwevende microfoon naar zich toe, draaide hem op Algemene noodoproep.
‘Dit is uw admiraal. Tik complete opname op het scherm van je helm aan. Dit is de enige manier om te overleven. Doe het nu.’
Tijdens een aanval was complete gehoorzaamheid gelukkig automatisch.
Een halve minuut later zaten de zielenopnames van haar hele bemanning in de exabytedrive van het slagschip: elke herinnering, een zo uitgebreid mogelijke beschrijving van hun lichaam. Alles om ze in een kweekkuip weer tot leven te wekken.
‘Het was goed jullie gekend te hebben. Ieder van jullie zal opnieuw leven, dat zweer ik bij de eer van mijn clan.’
‘Maar is dat geen vluchten?’ jammerde de astrogator. ‘Lafheid in het zicht van de vijand?’
‘Vrees niet, Mendes. Je zult echt wel sterven. Over hoogstens tien minuten.’
De controlekamer koppelde zich los en ze zag het vlaggenschip achter zich krimpen tot een stip. Voor haar boeg verwrong de SDL-motor de ruimte tot een tollende kaleidoscoop en zette haar een half lichtuur verder neer. Van een veilige afstand zag Isabella haar hele vloot tot superheet gas en wervelend plasma verdampen.
Isabella opende haar ogen.
‘Er was maar één overlevende van de expeditie. Of driehonderdtweeënnegentig als je het anders bekijkt.’
‘En nu?’ vroeg de troetel. ‘Die Mendes had wel gelijk. Als je ze nieuwe lichamen geeft, komen ze voor de krijgsraad. Ze krijgen gegarandeerd de doodstraf als deserteurs. Ze zijn geen hoge adel zoals jij.’
‘Dat valt te verhelpen.’
De hele clan had zich verzameld op het bordes. Zelfs oom Ashmole die intussen aan zijn derde cortex toe was.
‘Ik ben hoogst benieuwd naar die aanstaande echtgenoot van jou,’ sprak de gravin. ‘Hopelijk is het niet een van die vreselijke Wang von Sarawaks? Ik zag je als meisje naar die Samuel lonken.’
‘Maak je geen zorgen. Dat was een opschepper en kletsmajoor en dat kuiltje in zijn kin was vast cosmetische chirurgie.’
‘Komt hij omlaag in een ruimteshuttle dat we het hele gazon vrij moesten houden?’ vroeg haar jongste broer. Hij stak twee duimen op. ‘Ik wed dat het een stoere ruimtebonk is die Isa op haar laatste reis is tegengekomen. Die haar liet uithuilen op zijn schouder.’
‘Wie weet,’ zei Isabella. ‘Trek je das recht en rits je broek dicht. Daar komen ze.’
‘Ze?’ fronste de gravin.
Een teleportatieveld flakkerde aan en ineens stond het complete gazon vol geüniformeerde mannen.
Prompt galmde de stem van een robotrabbijn over het veld: ‘En nemen jullie, de voltallige bemanning van vlaggenschip Prigozjin, Isabella d’Uberville y Gascoigne tot jullie wettige echtgenote?’
‘Dat doen wij,’ antwoordde een perfect gesynchroniseerd koor.
Het volkslied bij elk ochtendappel zingen, heeft zo zijn voordelen, ging het door Isabella heen.
‘En neemt u, Isabella d’Uberville y Gascoigne de voltallige …’
De mond van de gravin viel open en een dozijn onbenoembare emoties flakkerden over haar gezicht. Ze barstte in lachen uit en viel haar dochter om de hals. ‘Nu, over opvolgers hoef ik mij in ieder geval geen zorgen meer te maken.’