Meneer Donetz kijkt me aan met de wezenloze blik die alle patiënten van vader hebben. Hij ziet mij niet eens, en ik vraag me af wat hij dan wél ziet. Misschien wil ik dat niet weten. Ik wil niet weten wat hij ziet, wat hij denkt, en zelfs niet waar hij zich bevindt. Dat ik…