Mu hield zijn hand boven zijn ogen om die tegen het zonlicht te beschermen. Hij kneep zijn donkere ogen samen om de toppen van de torens te zien, hoog boven de fonkelingen van het dak van de Eeuwige Tempel. De weervaan op de torenspits kon hij nauwelijks zien in het middaglicht. Toch leek het hem…